Saturday, December 31, 2011

De Denker

Wie kent het beeld niet: Rodin's "De denker" (Le Penseur)? Het spreekt mij aan, net als vele anderen kennelijk. Er is op Rodin's denker stevig gecopieerd en geplagieerd. Zoals de copie (eigenlijk een afgietsel) die van het beeld in het Singermuseum in Laren staat en het beeld "Thinker on a rock" van Barry Flanagan dat op de Utrechtse Neude staat.
Van Rodin's Penseur heb ik hier nog een mooie parodie, "Flanagan's "Thinker on a Rock" is door Jurjen Bertens erg mooi nageschilderd. Wie parodieert nou eigenlijk wie? Ik denk zelf ook weleens. Of dat voor anderen ook geldt weet ik niet, maar denken is in ieder geval een heel Christelijke bezigheid. Dat bleek donderdag maar weer eens toen ik in museum Het Catherijneconvent mijn kennis Christelijke kunst wilde ophalen en daar tegen dit beeld aanliep:
"Christus op de koude steen" uit 1510. "Eenzaam en ontkleed zit Christus op een steen in afwachting van zijn kruisiging" beschrijft de beschrijver van het museum. En verderop in de tekst:
"Christus ziet er treurig en melancholisch uit, met het hoofd steunend op zijn hand. Dat Christus geheel naakt wordt afgebeeld komt zelden voor"
Da's wel wat anders dan bij Rodin, waar naakt de normaalste zaak van de wereld is. Ik nam dan ook even de tijd het beeld frontaal te bestuderen, maar - om met Godfried Bomans te spreken - "details werden niet verstrekt"; het handje zat ervoor.
Er was ook een expositie van historische kerststallen en twee zangeressen die - vier dagen na kerst - ons met kerstliederen probeerden te verblijden. Dat alles maakte dat het in dat museum drukker was dan mij persoonlijk lief is. Maar het leverde toch nog wat humor op. Zoals: bij het binnenkomen in het museum hadden ze een levende kerststal ingericht. Voor de os en de ezel was het daar volgens mij best uit te houden, maar je zal de actrice zijn die de heilige Maagd moet spelen. Dus in een onbewaakt ogenblik zat ze met haar mobiele telefoon te frummelen - even mijn facebook-status updaten, "ben nu in een relatie met de H. Josef". Ik snap vooral niet waarom je daar als vrouw mee te koop zou willen lopen, want Josef schijnt in de eerste plaats een hele nette man te zijn geweest. Maar het hoort natuurlijk sowieso niet, dus toen ze zag dat ik het zag verdween het anachronistische voorwerp snel in de mouw. Jaja, vrouwenlist es menichfout Of bij de vitrine waar bisschopskruizen en - ringen van Utrechtse bisschoppen werden geëxposeerd, waaronder die van kardinaal Alfrink. (da's gewoon de enige waarvan de naam mij nog iets zegt). Vooral die ringen waren supergroot en waar Marit haar commentaar nog zuiver hield (ik was erbij, dus ze moest een beetje op haar woorden letten) met "je zal zo'n ring moeten dragen", merkte een andere vrouwelijke bezoeker met onwaarschijnlijke nuchterheid op "het lijkt hier wel een feestwinkel". Ik wees haar terecht :-)

De voetnoot.

Goed, ik was dus in Utrecht voor museum het Catherijneconvent; ik schreef daar reeds over. Daarna brachten we nog wat tijd door met zwalken over straat tot we in het Louis Hartloopercomplex naar de film konden, "Tinker Tailor Soldier Spy". Een ongelofelijk goeie, maar gecompliceerde film - ik denk dat ik hem voor 70% begrepen heb,maar daar gaat het nou niet om. Onderweg daarnaartoe verschillende antiquariaten gezien, die ik allemaal links heb laten liggen - ik ken mijn zwakheden - maar toen de kaartjes gekocht waren, het kopje koffie gedronken was en we nóg tijd over bleken te hebben, ik de laatste zaak even ingelopen. Bingo - gelijk bij binnenkomst lag op een tafel het boek "Hortense" van Thera Coppens. Wie is Hortense? De vrouw van Lodewijk Napoleon. Ik zou het niet geweten hebben als ik in 1989 mijn doctoraalscriptie muziekwetenschappen niet over Louis Drouet geschreven had. En Louis Drouet, de fluitist, componist, fluitbouwer, was in de tijd dat Lodewijk Napoleon in Nederland koning was zo'n beetje de hoffluitist van Lodewijk en de "muzikaal secretaris" van Hortense. Hortense moet zich kapot hebben verveeld en hield zich met van alles en nog wat bezig, tarotlezen onder andere, waarschijnlijk ging zij ook hier en daar een beetje vreemd en: ze componeerde. Aangezien ze geen noten kon lezen liet ze Drouet dan komen om de door haar verzonnen deunen op te schrijven. De avonturen van Drouet en Hortense staan in hoofdstuk 2 van mijn scriptie beschreven. Nu - ik heb mij nog wat ontwikkeld door de jaren heen - begrijp ik eigenlijk niet dat die scriptie indertijd is goedgekeurd, maar toen het internet opkwam en ik ontdekte hoe ik zelf een website kon maken heb ik hem toch online geplaatst om te voorkomen dat mijn meesterproef ergens ging liggen vergelen zonder dat iemand er verder zijn voordeel mee zou doen. Er lag alleen een exemplaar in de Utrechtse universiteitsbibliotheek, de bibliotheek van het Haags gemeentemuseum en het Willem Noske-archief. Ook had ik de fluitisten Rien de Reede (samensteller van een catalogus waarop ik wat aanvullingen had gevonden) en Jorge Caryevski (die mij behoorlijk op weg had geholpen) een exemplaar toegestuurd, maar dat is niet voldoende natuurlijk om mijn werk, waarin toch wel wat biografische informatie zat die nog niet algemeen bekend was, onder de aandacht van de muziekwetenschappers te brengen. Het heeft me in ieder geval twee keer iets opgeleverd. Een aantal jaar geleden organiseerde Museum Paleis het Loo een expositie rond Lodewijk Napoleon in Nederland. Daarbij werd de kristallen dwarsfluit, die door Lodewijk aan Drouet was geschonken, tentoongesteld. Ten tijde van het schrijven van mijn scriptie lag die fluit in het depot van het Rijksmuseum en ik heb de conservator indertijd gevraagd of ik hem mocht zien. Dat mocht niet - het was maar een doctoraalscriptie - maar ik kon wel wat foto's krijgen. Bij de expo in Paleis het Loo werd hij wel tentoongesteld, dus ik ernaartoe. Ook trouwens om even de catalogus in te zien, want bij het schrijven van dat boek had de samensteller mij nog om wat informatie gevraagd over Drouet's aandeel bij het lied "Partant pour la Syrie", waarvan het auteurschap zowel door Hortense als door Drouet is geclaimd. Inderdaad, mijn scriptie werd in de bronvermelding genoemd. Ik ben denk ik toch wel ijdel, maar heb de catalogus niet gekocht. Het boek ""Hortense" van Thera Coppens kende ik niet, maar ik keek natuurlijk gelijk in het register of Drouet genoemd werd. Jawel, pagina 300, een korte vermelding over de kristallen dwarsfluit en de inscriptie, en, ja hoor, achterin bij de voetnoot (H16 vtnt 8) mijn scriptie, als zijnde geschreven door "George Overmeier". Verdorie, zo heet ik niet, het is "Over"meire". Slordig van uitgeverij Meulenhoff. Ik heb het boek dan ook laten liggen.